 |
Latijn: Pionus Senilis
Nederlands: Witkappionus
Engels: White-capped Parrot
Frans: Pionus à cape blanche
Duits: WeiBkopfpapagei
CITES II/C2
ringmaat: 8 mm
lengte: 24 cm
Midden Amerika
|
 |
Verspreidingsgebied
Deze vogel komt niet voor in Zuid-Amerika, maar wel in de Midden-Amerikaanse landen zoals Mexico, Belize,
Guatemala, Honduras, Nicaragua, Costa Rica en Panama.
Ondersoorten
Normaal kent de Senilis geen ondersoorten, maar toch zijn er die een ondersoort benoemen nl. Hoppe en Robiller.
Deze erkennen de Pionus Senilis Decoloratus, die blauwer zouden zijn.
Kweken
De Pionus Senilis kon men het eerst aanschouwen in 1862 in de dierentuin van Londen.
Deze dierentuin is bijna altijd de eerste geweest in Europa om een parkieten- of papegaaiensoort voor te stellen.
Deze vogels komen algemeen talrijk voor in hun leefgebied.
In bosgebied, open vlakten en tot de rand van dorp of stad treft men witkoppen aan.
Ze zijn regelmatig ingevoerd geweest. Mijn ervaring is dat Senilissen goede kweekvogels zijn in de volière.
Wanneer de broedtijd nadert, zal je merken dat de vleeskleurige oogring donkerder wordt.
Gemiddeld gaan ze tot nakweek over op een 3-jarige leeftijd en leggen ze zoals alle Pionussoorten 3 à 5 eieren.
Hun broedtijd is ook 26 à 28 dagen. Jonge vogels zijn groeniger dan hun ouders, missen het blauw op borst en buik.
De witte veertjes op kop zijn niet veelvuldig aanwezig en de bronskleurige waas op vleugels is nog niet zo uitgesproken.
Bij één kweekpaar in mijn collectie hebben zowel man als pop uitgesproken veel wit op de kop, dat zelfs doorloopt tot onder het oog.
Het mannetje is een prachtexemplaar (zie foto).
Voeding
Kijk hiervoor op André's Birds
Mutaties
 |
Lutino Pionus Senilis
© Dr. F. Janeczek
Papageien 2/99
|
|